6.5.4 Functie: „Volume meten"
„Symbool
" (fi g. 8)
Procedure:
•
1x toets A iets langer indrukken: apparaat
inschakelen
•
2x toets B indrukken: functie selecteren
•
eventueel toets F: referentiepunt aan het ap-
paraat kiezen
•
1x toets A: laser inschakelen
•
laser uitrichten
•
1x toets A: lengte van de ruimte meten
•
1x toets A: laser inschakelen
•
laser uitrichten
•
1x toets A: breedte van de ruimte meten
•
1x toets A: laser inschakelen
•
laser uitrichten
•
1x toets A: hoogte van de ruimte meten
→ Resultaat wordt onderaan weergegeven
in m³
6.5.5 Functie: „Twee naast elkaar staande
vlakken meten"
„Symbool
" (fi g. 9)
Procedure:
•
1x toets A iets langer indrukken: apparaat
inschakelen
•
3x toets B indrukken: functie selecteren
•
eventueel toets F: referentiepunt aan het ap-
paraat kiezen
•
1x toets A: laser inschakelen
•
laser uitrichten
•
1x toets A: breedte van het vlak meten
•
1x toets A: laser inschakelen
•
laser uitrichten
•
1x toets A: 1e lengte van het vlak meten
•
1x toets A: laser inschakelen
•
laser uitrichten
•
1x toets A: 2e lengte van het vlak meten
→ Resultaat wordt onderaan weergegeven
in m²
Anl_TC_LD_50_SPK2.indb 41
Anl_TC_LD_50_SPK2.indb 41
NL
6.5.6 Functie: „Indirecte afstandsmeting"
„Symbool
" (fi g. 10)
2 referentiepunten (via stelling van Pythagoras)
Procedure:
•
4x toets B indrukken: functie selecteren
•
eventueel toets F: referentiepunt aan het ap-
paraat kiezen
Opgelet!
Gemeten wordt eerst de schuine zijde (1.) en
dan de aanliggende rechthoekszijde (2.), die
in de rechte hoek tot de gewenste afstand
(de andere kant) moet liggen.
Het ingestelde referentiepunt aan het ap-
paraat en de meetpositie moeten bij het zet-
ten van beide punten gelijk zijn!
•
1x toets A: laser inschakelen
•
laser uitrichten
•
1x toets A: eerste punt (rechthoekszijde) van
de te berekenen afstand zetten
•
1x toets A: laser inschakelen
•
laser uitrichten
•
1x toets A: tweede punt (de andere kant) van
de te berekenen afstand zetten
→ Resultaat wordt onderaan weergegeven
in m
6.5.7 Functie: „Indirecte afstandsmeting"
3 referentiepunten (via stelling van Pythagoras)
„Symbool
" (fi g. 11)
Procedure:
•
1x toets A iets langer indrukken: apparaat
inschakelen
•
5x toets B indrukken: functie vlaktemeting
•
eventueel toets F: referentiepunt aan het ap-
paraat kiezen
Opgelet!
Gemeten wordt eerst de schuine zijde (1.) en
dan de aanliggende rechthoekszijde (2.), die
in de rechte hoek tot de gewenste afstand
(de andere kant) moet liggen.
Het ingestelde referentiepunt aan het ap-
paraat en de meetpositie moeten bij het zet-
ten van beide punten gelijk zijn!
- 41 -
17.11.2016 09:30:44
17.11.2016 09:30:44