3.3
Rem en vrijloophendel
WAARSCHUWING
• Bedien de vrijloophendel enkel wanneer de scooter UIT staat!
• Een begeleider moet de vrijloophendel bedienen indien u een mobiliteitsbeperking heeft.
Bedien de hendel NOOIT vanuit zittende positie.
Zorg ervoor dat de vrijloophendel in onderste positie staat voordat u de scooter AAN zet.
Elektromagnetische remmen werken NIET als de rolstoel in vrijloopmodus staat.
Uw scooter is uitgerust met elektromagnetische remmen. Deze remmen werken automatisch,
enkel wanneer de vrijloophendel (7) in onderste positie staat. In dit geval zullen de remmen
beginnen werken als:
• de scooter UIT staat;
• de scooter AAN staat en de joystick wordt losgelaten.
Vrijloophendel (7):
• Zet de hendel naar boven (positie A) om de scooter in
vrijloop te zetten. De motor is dan ontkoppeld en kan
manueel verplaatst worden.
• Zet de hendel naar onder (positie B) om de motor te
koppelen. Doe dit voordat de scooter ingeschakeld
wordt.
3.4
Aanpassingen voor comfort
Volgende aanpassingen kunnen best gedaan worden vooraleer u de scooter inschakelt.
WAARSCHUWING
• Let erop dat uw handen/vingers niet bekneld raken tijdens het instellen van de scooter.
• Zorg ervoor dat losse kledij niet vast komt te zitten tussen de wielen of stuurkolom.
3.4.1 Stuurkolom
Stel de hoogte van de stuurkolom met bedieningspaneel in zodat u de
hendels en knoppen makkelijk kan bedienen.
1. Zet de hendel (8) van de hoogteverstelling los.
2. Schuif het bedieningspaneel met de handgrepen omhoog/omlaag.
3. Zet de hendel terug vast.
4. Zorg ervoor dat de hoogteverstelling goed vast zit.
Gevaar voor letsel
Gevaar voor letsel en schade
11
Alya
2020-03
Uw scooter gebruiken
7
8
NL