INSTALLATIE
Onderhoud
Ga als volgt te werk als het toestel voor onderhoudswerkzaam-
heden of als bescherming tegen vorst van de volledige installatie
afgetapt moet worden:
f Sluit de afsluitklep in de koudwateraanvoerleiding.
f
f Open het aftapventiel.
f
f Maak de wateraansluitingen van het toestel los.
f
14.2 Zeef reinigen
U kunt de ingebouwde zeef reinigen nadat de koudwateraanslui-
ting is losgekoppeld.
14.3 Controles volgens VDE 0701/0702
Controle van de aardleiding
f Controleer de aardleiding (in Duitsland bijv. DGUV A3) op het
f
aardleidingscontact van de elektrische aansluitkabel en bij de
aansluitstomp van het toestel.
74
| DNM
Isolatieweerstand
f Als een toestel met een nominaal verwarmingsvermogen van
f
> 3,5 kW de isolatieweerstand von 300 kΩ niet bereikt, advi-
seren we de isolatie-eigenschappen van dit toestel door mid-
del van een verschilstroommeting van de aardleidingstroom /
lekstroom volgens VDE 0701/0702 (afbeelding C.3b) uit te
voeren.
14.4 Opslag van het toestel
f Een gedemonteerd toestel moet vorstvrij bewaard worden,
f
want er kan restwater in het toestel zitten dat kan bevriezen
en daardoor schade kan veroorzaken.
14.5 De elektrische aansluitkabel bij de DNM 6
vervangen
f Bij de DNM 6 moet bij vervanging een elektrische aansluitka-
f
bel met een diameter van 4 mm² worden gebruikt.
www.stiebel-eltron.com