ALS HET APPARAAT NIET GEBRUIKT
WORDT
Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact, maak de koelkast leeg, laat hem (zo nodig)
ontdooien en maak hem schoon. Laat de deuren op een kier staan om de lucht in de vakken te
laten circuleren. Op die manier worden nare luchtjes en schimmelvorming voorkomen.
IN GEVAL VAN STROOMUITVAL
Houd de deuren dicht, op die manier blijven de levensmiddelen zo lang mogelijk koud. Vries
voedsel dat gedeeltelijk ontdooid is niet opnieuw in. Als de stroomuitval erg lang duurt kan het
black out-alarm afgaan (afhankelijk van het model).
KOELVAK
Het koelvak is geschikt voor het bewaren van verse levensmiddelen en dranken.
Het koelvak wordt geheel automatisch ontdooid.
De aanwezigheid van waterdruppels op de achterwand aan de binnenkant van het vak duidt erop
dat het apparaat bezig is automatisch te ontdooien. Het dooiwater wordt via een afvoeropening in
een opvangbak geleid, waar het verdampt.
Afhankelijk van het model kan het apparaat voorzien zijn van een speciaal ('Vlees- & Vis-' of
'Nulgradenvak'), dat ideaal is voor het bewaren van vers vlees en verse vis.
Let op: de accessoires van de koelkast mogen niet in de afwasmachine worden gewassen.
Opmerking: de omgevingstemperatuur, de frequentie waarmee de deuren worden geopend en
de plaats van het apparaat kunnen van invloed zijn op de binnentemperatuur van de twee vakken.
Stel de temperaturen in op grond van deze factoren.
Opmerking: als er sprake is van hoge vochtigheid in het koelvak en met name op de glazen
schappen, kan zich condenswater vormen. In dat geval adviseren wij u houders die vloeistoffen
bevatten (bijvoorbeeld: pannen bouillon) goed af te sluiten, levensmiddelen met een hoog
vochtgehalte (bijvoorbeeld: groenten) te verpakken en de temperatuur op een minder koude stand
te zetten.
Verwijderen van de groente- en fruitlade
(afhankelijk van het model)
Als uw apparaat alleen een groente- en fruitlade heeft, adviseren wij om de twee onderste
deurvakken leeg te maken (en eventueel te verwijderen) om de lade gemakkelijker naar buiten te
kunnen trekken.
Ventilator en antibacterieel-antigeurfilter
(afhankelijk van het model)
De ventilator zorgt voor een gelijkmatige temperatuurverdeling in het vak waardoor de
levensmiddelen beter geconserveerd worden en een te hoge vochtigheid wordt beperkt. De
ventilatiezone niet afdekken. De ventilator kan handmatig worden in- of uitgeschakeld (zie
Beknopte Handleiding). Als hij ingeschakeld is, werkt hij automatisch als dat nodig is.
5