_BA_MCS.book Seite 210 Donnerstag, 2. April 2009 9:56 09
Programmeren
Opmerking
I
Bij programmeerproblemen of twijfels reset u de opgeslagen stan-
daardinstellingen door naar de programmeermodus te gaan en
P-17 op „rSt" in te stellen.
Als er programmawijzigingen zijn aangebracht maar niet opgesla-
gen, gaat de reset terug naar de laatste opgeslagen standaard-
waarden, die kunnen afwijken van de standaard
fabriekinstellingen.
P-1: Operationele modus
De volgende operationele modi kunnen worden geselecteerd:
automatische modus door het selecteren van „0"
modus alleen koelen door het selecteren van „1"
modus alleen verwarmen door het selecteren van „2"
P-2: Max. ventilatorsnelheid
De hoogste limiet voor de ventilatorsnelheid kan worden aangepast voor ver-
schillende motoren. De max. ventilatorsnelheid wordt ingesteld als het sys-
teem is geïnstalleerd en ingeschakeld. De waarden kunnen worden ingesteld
van 65 tot 95, arbitraire eenheden.
Selecteer de gewenste snelheid met de omlaag- en omhoog-knop.
– Verhoog het cijfer voor een hogere ventilatorsnelheid.
– Verlaag het cijfer voor een lagere ventilatorsnelheid.
P-3: Min. ventilatorsnelheid
De min. ventilatorsnelheid bepaalt de laagste snelheid die is toegestaan voor
de lage ventilatorsnelheid. De waarden kunnen worden ingesteld van 30 tot
64, arbitraire eenheden.
Selecteer de min. ventilatorsnelheid met de omlaag- en omhoog-knop.
– Verhoog het cijfer voor een hogere ventilatorsnelheid.
– Verlaag het cijfer voor een lagere ventilatorsnelheid.
Belangrijk
a
Op het moment dat de max. en min. limieten voor de ventilatorsnel-
heid zijn ingesteld past de eenheid automatisch de resterende
snelheden aan om drie in afstand gelijke ventilatorsnelheden te
produceren in de automatische en handmatige ventilatormodi.
210
MCS5, MCS15