Gebruik de pijlknoppen om het doel te
verhogen of verlagen. De doellimieten
worden ook in het venster weergegeven.
Druk op de knop "OK" om te bevestigen.
Het geselecteerde programma wordt nu
geactiveerd.
Een doelhartslag instellen
Als u voor het gekozen programma een
doelhartslag kunt instellen zodat u de
intensiteit van uw workout kunt bepalen,
ziet u het onderstaande venster nadat u
de workout hebt geselecteerd.
(Opmerking: u moet mogelijk ook een
doel voor de afstand en tijd instellen om
een limiet voor de duur of afstand in te
kunnen stellen.)
Gebruik de pijlknoppen om het doel te
verhogen of verlagen. De doellimieten
worden ook in het venster weergegeven.
Druk op de knop "OK" om te bevestigen.
Het geselecteerde programma wordt nu
geactiveerd.
De snelheid en helling instellen
Standaardinstelling
Met de pijlen linksonder kunt u de helling
instellen en met de pijlen rechtsonder
kunt u de snelheid instellen.
92
Quick Select
Druk op de knop Quick Select onder aan
de console als u gebruik wilt maken van
sneltoetsen. De werking hiervan wordt
hieronder beschreven
Sneltoetsen voor de snelheid:
De sneltoetsen voor de snelheid zijn
ingesteld op 5, 8, 10 en 12.
Druk bijvoorbeeld op sneltoets 10 om
van een willekeurige snelheid naar 10 te
gaan.
Sneltoetsen voor de helling:
De sneltoetsen voor de helling zijn
ingesteld op 0%, 3% en 5%. Druk
bijvoorbeeld op de sneltoets 3 om van
een willekeurige helling naar 3% te
gaan.
Druk nogmaals op de knop Quick
Select om de normale pijlen voor het
aanpassen van de snelheid en helling
weer te geven.
Workout Programma
De programma's voor "Workout
Programma" hebben een vooraf
ingesteld patroon voor de snelheid
en helling. De gebruiker kan
als workoutdoel de gewenste
afstand of tijd selecteren. Er zijn 5
voorgeprogrammeerde programma's:
P1 (manual), P4 (Hill Walk), P5 (Hill
Jog), P6 (Hill Run),
P7 (Rolling Hils)