OBJ_BUCH-763-002.book Page 55 Friday, June 6, 2014 10:09 AM
Als u de stofafzuiging 13 wilt aanbrengen, schuift u deze met
de geleidingsgroeven 23 in de opname op het elektrische ge-
reedschap tot de afzuiging hoorbaar vastklikt.
Eigen afzuiging met stofbox (zie afbeelding G)
Het vulpeil van de stofbox 10 kunt u door de transparante
klep 26 gemakkelijk controleren.
Maak de stofbox op tijd leeg omdat anders de zuigcapaciteit
nadelig wordt beïnvloed.
Als u de stofbox 10 wilt verwijderen, drukt u op de beide ont-
grendelingsknoppen 25 en trekt u de stofbox naar onderen
uit de stofafzuiging 13.
Voor het openen van de stofbox 10 dient u deze licht op een
vaste ondergrond te kloppen, om het stof los te maken van het
filterelement 24.
Duw de klep 26 aan de onderzijde open en maak de stofbox
leeg.
Controleer het filterelement 24 op beschadigingen. Vervang
het bij beschadigingen onmiddellijk.
Sluit de klep 26 en duw de stofbox weer van onderen in de
stofafzuiging 13 tot deze hoorbaar vastklikt.
Filterelement vervangen (zie afbeelding H)
Om de filtercapaciteit in stand te houden, moet het filterele-
ment 24 van de stofbox 10 na ca. 15 bedrijfsuren worden ver-
vangen.
Als u de stofbox 10 wilt verwijderen, drukt u op de beide ont-
grendelingsknoppen 25 en trekt u de stofbox naar onderen
uit de stofafzuiging 13.
Verwijder het filterelement 24 naar boven en breng een nieuw
filterelement aan.
Duw de stofbox weer van onderen in de stofafzuiging 13 tot
deze hoorbaar vastklikt.
Opmerking: Vervang het filterelement 24 onmiddellijk als het
beschadigd is (bijv. gaten, beschadiging van zacht afdichtma-
teriaal). Bij werkzaamheden met een defect filterelement kan
het elektrische gereedschap beschadigd worden.
Vervang het filterelement 24 eveneens als de zuigcapaciteit,
ook nadat de stofbox 10 leeggemaakt is, onvoldoende is.
Boordiepte instellen (zie afbeelding I)
Met de diepteaanslag 27 kunt u de gewenste boordiepte X
vastleggen.
Plaats een boor in de boorhouder en span de boor. Zie het ge-
deelte „Inzetgereedschap wisselen". Plaats het elektrische
gereedschap zonder het in te schakelen stevig op de plaats
waar moet worden geboord tot de boor het oppervlak raakt.
Druk op de knop voor de instelling van de diepteaanslag 15 en
verschuif de diepteaanslag 27 zodanig dat de in de afbeelding
getoonde afstand X overeenkomt met de door u gewenste
boordiepte.
Stofafzuiging aan gereedschaplengte aanpassen
(zie afbeelding J)
Voor gemakkelijker werken met korte inzetgereedschappen
kan de lengte van de stofafzuiging 13 worden aangepast.
Bosch Power Tools
Druk op de knop 12 en duw de telescoopgeleiding 14, terwijl
u de knop ingedrukt houdt, zover in de stofafzuiging 13 naar
binnen tot de stofvangring zich dichtbij de punt van het inzet-
gereedschap bevindt.
Als u de telescoopgeleiding weer naar buiten wilt zetten,
drukt u opnieuw op de knop 12.
Stofvangring voor boren (zie afbeelding K)
De stofvangring voor boren 16 kan worden uitgerust met rub-
ber ringen 28 in twee maten. Gebruik voor boorgaten tot
12 mm diameter de rubber ring K1 met kleine opening. Ge-
bruik voor grotere boorgaten de rubber ring K2 met grote
opening.
Als u de rubber ring 28 wilt vervangen, duwt u deze naar ach-
teren uit de stofvangring 16. Als u de rubber ring wilt inzetten,
zet u de rubber ring op de stofvangring en drukt u de rubber
ring vast.
Als u de stofvangring 16 wilt vervangen, drukt u op de ont-
grendelingsknop 29 en trekt u de stofvangring uit de stofaf-
zuiging.
Als u de stofvangring 16 wilt inzetten, drukt u de ring van bo-
ven in de stofafzuiging 13 tot deze hoorbaar vastklikt.
Gebruik
Ingebruikneming
Let op de netspanning! De spanning van de stroombron
moet overeenkomen met de gegevens op het type-
plaatje van het elektrische gereedschap. Met 230 V
aangeduide elektrische gereedschappen kunnen ook
met 220 V worden gebruikt.
Draairichting instellen (zie afbeeldingen L–M)
Bedien de draairichtingomschakelaar 4 alleen als het
elektrische gereedschap stilstaat.
Met de draairichtingomschakelaar 4 kunt u de draairichting
van het elektrische gereedschap veranderen. Als de aan/uit-
schakelaar 8 is ingedrukt, is dit echter niet mogelijk.
Rechtsdraaien: Voor boorwerkzaamheden en het indraaien
van schroeven duwt u de draairichtingomschakelaar 4 aan de
linkerzijde omlaag en tegelijkertijd aan de rechterzijde om-
hoog.
Linksdraaien: Voor het losdraaien en het uitdraaien van
schroeven en moeren duwt u de draairichtingomschakelaar 4
aan de linkerzijde omhoog en tegelijkertijd aan de rechterzij-
de omlaag.
Functie instellen
Boren en schroeven
Zet de omschakelknop 3 op het symbool „Boren".
Klopboren
Zet de omschakelknop 3 op het symbool „Klopbo-
ren".
De schakelaar 3 klikt merkbaar vast en kan ook terwijl de mo-
tor loopt worden bediend.
Nederlands | 55
1 609 92A 0NJ | (6.6.14)