Voer de aansluitkabel bij het
maaien achter u aan mee.
Aansluitkabels kunnen per
abuis bij het maaien worden
doorgesneden en houden
ook een groot gevaar voor
ongevallen in. Maai daarom
alleen zo, dat de aansluit -
kabel altijd goed zichtbaar
in het reeds gemaaide
gazongedeelte ligt.
Maaien op hellingen
10
Om veiligheidsredenen mag
de grasmaaier uitsluitend bij
hellingen tot max. 25° worden
gebruikt. Een stijging van de
helling van 25° (46,6°)
betekent een verticale stijging
van 46,6 cm bij een
horizontaal traject van 100 cm.
0478 121 9909 E - NL
Juiste belasting van
de motor
Schakel de grasmaaier niet in
hoog gras of met de laagste
snijhoogte in.
De grasmaaier mag slechts
zo sterk worden belast, dat
het motortoerental daarbij
niet aanzienlijk daalt.
Stel bij een dalend toerental
een hogere snijhoogte in
en/of reduceer de snelheid
vooruit.
Thermische over belastings -
beveiliging voor de motor
Treedt tijdens de
werkzaamheden een
overbelasting op, dan
schakelt de thermische
overbelastingsbeveiliging de
motor automatisch uit.
Oorzaken van overbelasting:
- maaien van te hoog gras
of bij te laag ingestelde
snijhoogte
- te grote snelheid vooruit
- niet geschikte of te lange
aansluitkabel
(spanningsverlies)
(zie hoofdstuk "Apparaat
aansluiten")
- slechte reiniging van de
koelluchttoevoer
(ventilatiesleuven)
Opnieuw in gebruik nemen:
Na een afkoelingsperiode van
ca. 10 minuten (afhankelijk
van de omgevings -
temperatuur) kan het
apparaat weer worden
ingeschakeld (zie hoofdstuk
"In gebruik nemen")
Als het maaimes
blokkeert
Zet onmiddellijk de motor af
en trek de netstekker eruit.
Hef vervolgens de oorzaak
van de storing op.
Apparaat in gebruik
nemen
ATTENTIE
-
Controleer het complete
terrein waarop het
apparaat wordt gebruikt
en verwijder alle stenen,
stokken, kabels, botten en
andere verontreinigingen.
-
Start de motor volgens de
instructies.
-
Wees bijzonder voorzichtig
als u de grasmaaier
omdraait of naar u toe
trekt.
-
Kans op letsel!
Houd handen of voeten
nooit tegen of onder
draaiende onderdelen.
-
Draag tijdens het maaien
altijd vaste schoenen en
een lange broek. Maai
nooit op blote voeten of op
sandalen.
-
Maai nooit als er
personen, in het bijzonder
kinderen of dieren, in de
buurt zijn.
9