Let op:
1. De temperaturmeting geschiedt m.b.v. een Thermokoppel Type ‚K'
(meegeleverd)
2. De nauwkeurigheid is excl. de afwijking van de temperatuursonde.
3. De nauwkeurigheid is gebaseerd op de kamertemperatuur (±1° C). Bij
temperatuurafwijkingen van ±5° C geldt de aangegeven nauwkeurigheid na 1
uur.
DIODE- EN KORTSLUITTEST
Bereik
Omschrijving
De doorlaatspanning van de geteste
diode verschijnt in de Display
Wanneer de weerstand van de
geteste schakeling minder dan 30
bedraagt, begint de buzzer te
zoemen
METINGEN
Gelijkspanningsmetingen.
1) Het zwarte meetsnoer aansluiten op ‚ COM ' en het rode op „ V/ " .
2) De keuzeschakelaar op „
" draaien en op het juiste bereik zetten.
Wanneer het meetbereik onbekend is, deze op de hoogste stand zetten en
stap voor stap terugdraaien tot de gewenste stand bereikt is.
3) De meetpennen op de gewenste te testen delen houden.
4) De gemeten spanning en de polariteit verschijnt in de Display.
Wisselspanningsmetingen.
1) Het zwarte meetsnoer aansluiten op ‚ COM ' en het rode op „ V/ " .
2) De keuzeschakelaar op
draaien en op het juiste bereik zetten
Wanneer het meetbereik onbekend is, deze op de hoogste stand zetten en
stap voor stap terugdraaien tot de gewenste stand bereikt is.
3) De meetpennen op de gewenste te testen delen houden.
4) De gemeten spanning verschijnt in de Display.
Gelijkstroommetingen
1)
2) Het juiste bereik
3) De net / voedingsspanning verwijderen van het te testen appararaat en
4) De meetsnoeren in Serie aansluiten met de schakeling.
Testconditie
5) De spanning weer aansluiten op de schakeling.
De schakelspannung
6) Nu kan de meetwaarde en de polariteit op de LCD worden afgelezen.
bedraagt ca. 2.8V
De schakelspannung
Wisselstroommetingen
bedraagt ca. 2.8V
1)
2) Het juiste bereik
3) De net / voedingsspanning verwijderen van het te testen appararaat en
4) De meetsnoeren in Serie aansluiten met de schakeling en de spanning weer
5) Nu kan de meetwaarde op de LCD worden afgelezen.
Weerstandsmetingen
1) Het zwarte meetsnoer aansluiten op ‚ COM ' en het rode op „ V/ " .
2) De keuzeschakelaar op het gewenste
3) De meetsnoeren over de te testen weerstand aansluiten en de waarde van de
Let op:
Bij weerstanden van 1M en hoger heeft de meter enige seconden meer nodig om
zich te stabiliseren. Dit is normaal.
Wanneer de meetsnoeren niet zijn aangesloten, verschijnt een „1" op de Display.
De net / voedingsspanning verwijderen van het te testen appararaat en
hoogsspanningscondensatoren ontladen.
Bij metingen in het 200M Bereik moet de weergegeven waarde bij kortsluiting van
de meetpennen afgetrokken worden van de te / ge meten waarde.
Voor gelijkstroommetingen tot ca. 200mA, het zwarte meetsnoer aansluiten op
‚COM' en het rode op „mA" . Voor gelijkstroommetingen van 200mA tot 10A,
het rode meetsnoer op „10A" aansluiten.
instellen. Wanneer het meetbereik onbekend is, deze
op de hoogste stand zetten en stap voor stap terugdraaien tot de gewenste
stand bereikt is.
hoogsspanningscondensatoren ontladen.
Voor wisselstroommetingen tot ca. 200mA, het zwarte meetsnoer aansluiten op
‚COM' en het rode op „mA" . Voor stroommetingen van 200mA tot 10A, het
rode meetsnoer op „10A" aansluiten.
instellen. Wanneer het meetbereik onbekend is, deze op
de hoogste stand zetten of een stap terugdraaien tot de gewenste stand.
hoogsspanningscondensatoren ontladen.
aansluiten op de schakeling
weerstand aflezen op de LCD.
Bereik instellen.