5.2 Overzicht van mogelijke storingen
STORING
Motor draait niet.
Motor schakelt steeds
uit.
Motor schakelt bij blok-
kering niet uit.
Scheeraandrijving maakt
lawaai of trilt.
Motor wordt warm.
Scheeraandrijving kan
niet worden uitgezet.
14
OORZAAK
Geen stroom.
Kabel defect.
Schakelaar defect.
Motor defect.
Besturing defect.
Condensatoren defect.
Mes geblokkeerd.
Mechanische schade in
de scheerhandgreep, in
de kruiskoppelas of in de
Flex-as.
Lager in scheeraandrijving
defect.
Riem slipt.
Riem slipt.
Lager defect.
Lager defect.
Ventilatierooster veront-
reinigd.
Storingen bij de kru-
iskoppel- of Flex-as en/of
scheerhandgreep.
Schakelaar defect.
HERSTEL
Kabel en zekering contro-
leren.
Kabel laten vervangen.
Schakelaar laten vervangen.
Schakelaar laten vervangen.
Besturing laten vervangen.
Condensatoren laten ver-
vangen.
Blokkering verhelpen.
Neem voor het opsporen
van storingen eerst de
scheerhandgreep los en
start de installatie opnieuw.
Als de storing zich nog
steeds voordoet, neem dan
de kruiskoppel- of Flex-as
van de scheeraandrijving
los. Schade herstellen.
Is de storing nog steeds
aanwezig, laat dan de
scheeraandrijving repare-
ren.
Lager laten vervangen.
Riem laten vervangen.
Riem laten vervangen.
Lager laten vervangen.
Motor laten vervangen.
Ventilatierooster reinigen.
Storingen laten verhelpen.
Schakelaar laten vervangen.
Handleiding scheeraandrijving EVO