32
www.aeg.com
3. Trek de lade volledig uit.
Voer de bovenstaande stappen in
omgekeerde volgorde uit om de lade te
installeren.
13.6 Het lampje vervangen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken.
Het lampje kan heet zijn.
1. Schakel de oven uit. Wacht tot de
oven afgekoeld is.
14. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
14.1 Wat te doen als...
Probleem
Er is geen vonk als u pro‐
beert de vonkontsteking te
activeren.
De vlam dooft onmiddellijk
na de ontsteking.
De vlamring is ongelijkmatig. De branderkroon is verstopt
De branders werken niet.
De vlamkleur is oranje of
geel.
2. Trek de oven uit het stopcontact.
3. Plaats een doek op de bodem van de
holte.
Het achterste lampje
1. Draai het afdekglas van de lamp en
verwijder het.
2. Reinig de glasafdekking.
3. Vervang de lamp door een geschikte
300°C hittebestendige lamp.
4. Plaats het afdekglas terug.
Mogelijke oorzaak
De kookplaat is niet aange‐
sloten op een stopcontact of
niet goed geïnstalleerd.
De zekering is doorgesla‐
gen.
Branderdeksel en kroon zijn
niet goed geplaatst.
Het thermokoppel is niet vol‐
doende opgewarmd.
met voedselresten.
Er is geen gastoevoer.
Oplossing
Controleer of de kookplaat
goed aangesloten is op het
lichtnet. Zie het aansluit‐
schema.
Verzeker u ervan dat de ze‐
kering de oorzaak van de
storing is. Als de zekeringen
keer op keer doorslaan,
neem je contact op met een
erkende installateur.
Plaats de branderdeksel en
de kroon op de juiste wijze.
Na het ontsteken van de
vlam, de vlamontsteking cir‐
ca 10 sec. ingedrukt houden.
Zorg ervoor dat de injector
niet geblokkeerd is en dat de
branderkroon schoon is.
Controleer de gasaanslui‐
ting.
De vlam kan in sommige de‐
len van de brander oranje of
geel lijken. Dit is normaal.