INSTELLEN VAN DE MAXIMUM
OMWENTELINGSSNELHEID
•
Schakel de machine aan door de aan/
uit schakelaar (2) te gebruiken
•
Zet de aan/uit schakelaar vast met knop (4)
•
Draai aan wieltje (3) om de gewenste
maximum omwentelingssnelheid in te
stellen .
VERANDEREN VAN DE
DRAAIRICHTING
•
Draairichting tegen de wijzers van de
klok in: schuif schakelaar naar "►" .
•
Draairichting met de wijzers van de klok
mee: schuif schakelaar naar "◄" .
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer
de machine in de "boormodus" staat.
Tips voor de gebruiker
Gebruik de machine alleen met een zijhand-
greep die goed bevestigd is – u werkt daar-
door niet alleen veiliger maar ook gemakke-
lijker en preciezer .
HAMERBOREN IN BETON OF
BAKSTEEN
Voorzichtig: steenboren kunnen heel
heet worden.
Evt . met kleinere boren voorboren
en met nominale grootte uitboren zodat later
de plug vastzit . Bij erg grote boringen, bij-
voorbeeld in heel hard beton, evt . met klei-
nere boren voorboren en
met nominale grootte uitboren .
Niet met grote kracht op de machine druk-
ken, laat de machine zelf het werk doen, het
volstaat als u de machine met lichte kracht
leidt .
Houd de machine vast met de zijhandgreep .
De boor kan klemmen en de machine zal
daardoor gaan draaien, met name bij diepe
boringen .
ONDERHOUD
Zorg dat de machine niet onder
spanning staat wanneer
onderhoudswerkzaamheden aan het
mechaniek worden uitgevoerd.
Deze machines zijn ontworpen om gedu-
rende lange tijd probleemloos te functione-
ren met een minimum aan onderhoud . Door
7062052_Rotary-Hammer_420W_Ma_#1408-11.indb 23
de machine regelmatig te reinigen en op de
juiste wijze te behandelen, draagt u bij aan
een hoge levensduur van uw machine .
Mankementen
De machine moet regelmatig worden
gecontro- leerd op de volgende mankemen-
ten en reparaties moeten worden uitgevoerd
indien nodig .
•
Kabelschade
•
Kapotte schakelaar
•
Kortsluiting
•
Schade aan bewegende delen
Oplossen van problemen
1. De motor draait niet na het inschake-
len van de stroomtoevoer
•
Mankement in de stroomtoevoer .
• Inspecteer de stroomtoevoer.
•
Slecht contact schakelaar .
• Repareer of vervang de schakelaar.
•
Netspanning te laag .
• Te lang/te dun verlengsnoer.
•
Beschadigde motor .
• Laat uw machine door een expert
repareren.
•
Versleten koolborstels .
• Vervang de koolborstels.
2. Motor generereert een abnormaal
geluid en draait langzaam of hele-
maal niet
•
Motor is overbelast als gevolg van bui-
tensporige druk of te grote boordiepte .
• Verminder de druk of boordiepte, ver-
minder kracht.
•
Beschadigde motor .
• Laat uw machine door een expert
repareren.
•
Toevoerspanning te laag .
• Pas de toevoerspanning aan.
•
Versleten koolborstels .
• Vervang de koolborstels.
3. Oververhitting van het
transmissieoppervlak
•
Overbelasting van de machine of botte
boor .
• Verminder de belasting of slijp de boor.
•
Verminderd voltage .
• Controleer de aansluitspanning
Nederlands
23
28-08-14 14:37