6.
BEdIENINgSELEMENTEN
1.
Sensor aansluitpoorten
2.
▲ Knop T1·T2
3.
Uitleesvenster (LCD)
4.
Knop eenheden (UNITS)
5.
Knop REC ENTER
7.
INSTALLATIE VAN dE SofTWARE
De meegeleverde software voorziet in een interface voor het binnenhalen van de opgeslagen
meetgegevens van het meetinstrument. Er is een CD-ROM speler in de computer nodig om de
software te kunnen installeren.
1.
Plaats de CD in het CD-ROM loopwerk van de personal computer (PC).
2.
Het installeren dient automatisch te starten. Indien niet, open dan het CD-ROM loopwerk in het
besturingssysteem en start het programma "setup.exe" door hier dubbel op te klikken.
3.
Klik op de knop doorgaan (NEXT) om de installatieprocedure te vervolgen.
4.
Lees de licentie-overeenkomst, kies ervoor om deze al dan niet te accepteren en druk op de knop
doorgaan (NEXT). Zonder acceptatie zal de installatie niet starten.
5.
Druk op de knop wijzigen (CHANGE) om de installatie-directory te wijzigen. Druk daarna op de
knop doorgaan ( NEXT) om verder te gaan.
6.
Controleer het installatie-overzicht en druk dan op de knop INSTALL om het installeren te
starten.
7.
De software zal in enkele minuten worden geïnstalleerd. Druk op de knop beëindigen (FINISH) om
de installatieprocedure af te ronden.
8.
PLAATSEN/VERVANgEN VAN dE BATTERIjEN
1.
Draai de schroef van het deksel van het batterijvak los met een kruiskopschroevendraaier en
verwijder het deksel van het batterijvak.
2.
Plaats drie batterijen van het type AAA en let daarbij op de juiste polariteit. Zie daarvoor de
aanduidingen op de binnenkant van het batterijvak.
3.
Sluit het batterijcompartiment weer.
Vervang de batterijen zodra het batterijpictogram op het uitleesvenster verschijnt.
50
6.
USB-poort
7.
Knop HOLD ▼
8.
Knop aan/uit (on/off)
9.
◄ Knop MAX MIN
10.
Knop SET