• Druk op de MODE toets (3),
teneinde de instellingen op
te slaan en naar de normale
weergave om te schakelen.
5.2 Instelling alarm
• Houd in de alarm-modus de SET
toets (5) gedurende 2 seconden
ingedrukt, teneinde naar het
instellen van het alarm om te
schakelen:
1. Uren
2. Minuten
• Druk voor het selecteren van
de afzonderlijke waarden op de
ADJUST toets (4)
• Druk op de SET toets (5),
teneinde de weergegeven
ingestelde waarde over te nemen
en naar de volgende positie
verder te gaan.
• Druk op de MODE toets (3),
teneinde de instellingen op
te slaan en naar de normale
weergave om te schakelen.
5.3 Instelling kalender
• Houd in de kalender-modus
de SET toets (5) gedurende 2
seconden ingedrukt, teneinde
naar het instellen van de kalender
om te schakelen:
1. Jaar
2. Maand
3. Dag
• Druk voor het selecteren van
de afzonderlijke waarden op de
ADJUST toets (4).
• Druk op de SET toets (5),
teneinde de weergegeven
ingestelde waarde over te nemen
en naar de volgende positie
verder te gaan.
• Druk op de MODE toets (3),
teneinde de instellingen op
te slaan en naar de normale
weergave om te schakelen.
Aanwijzing
• De instelling van de dag van
de week vindt automatisch
plaats dankzij de handmatige
datuminstelling.
• In het 12-uurformaat wordt
PM (van 12:00 t/m 23:59 uur)
voor de tijd weergegeven.
• De instellingen die tot dan
toe zijn uitgevoerd worden
opgeslagen!
5.4 Temperatuurmeting,
maximum/minimum weergave
• Druk in de tijd-modus op de SET
toets (5), teneinde tussen °C
(Celsius) of °F (Fahrenheit) om te
schakelen en te selecteren.
• Druk op de ADJUST toets
(4), teneinde de maximale
of minimale waarden
van de temperatuur- en
luchtvochtigheidsregistratie weer
te geven.
• Druk gedurende 2 seconden op
de ADJUST toets (4), teneinde
deze registraties te wissen en
opnieuw te starten.
25