CONTROLE / VERVANGING / RESETTEN VAN DE ZEKERINGEN
Controle van de herbruikbare zekeringen
1.
Zet de machine op een vlakke ondergrond.
2.
Schakel de parkeerrem in.
3.
Zet de contactsleutel (64) in stand 'O' en verwijder de sleutel.
4.
Controleer op het paneel (38) of de volgende zekeringen zijn uitgeschakeld (
(A)
F1 (30 A), aanzuiging stof
(B)
F2 (16 A), fi lterschudder
(C)
F4 (30 A), contactsleutel
(D)
F5 (16 A), hulpsystemen motor
(E)
F3 (10 A), installatie voor stofbestrijding (waar aanwezig)
(F)
F6 (10 A), bedrijfsverlichting (optioneel)
(G)
F7, verlichtingssysteem (optioneel)
(H)
F8, ventilator cabine (optioneel)
Wacht tot het onderdeel dat de zekering liet springen is afgekoeld en reset daarna de gesprongen zekering.
Controle/vervanging van de zekeringen
1.
Zet de machine op een vlakke ondergrond.
2.
Schakel de parkeerrem in.
3.
Zet de contactsleutel (64) in stand 'O' en verwijder de sleutel.
4.
Open de klep voor de motorruimte (1) met de deblokkeerknop (25).
5.
Verwijder bij de bestuurdersstoel de beschermingsdeksels en controleer of de volgende zekeringen intact zijn (Afb. 12 en 13):
(I)
F9 (50 A), gloeibougies (alleen voor SR 1601 D3)
(J)
F10 (50 A), dynamo
(K)
F11 (1 A), schakelaar verlichting onder motorkap (optioneel)
Vervang zekeringen die defect zijn. Plaats het beschermingsdeksel terug.
6.
Sluit de motorkap (1).
K
SR 1601 D3 - SR 1601 P3
Afbeelding 12
A
B
C
G
H
Afbeelding 11
I
J
P100327
SR 1601 D3 / LPG3 / P3
GEBRUIKSAANWIJZING
:
Afb. 11)
E
D
F
J
SR 1601 LPG3
Afbeelding 13
33019216(2)2009-05 A
NEDERLANDS
P100326
P100327LPG
31