4. Legenda
1. Draaghendel
2. Brandstofdop
3. Benzinehaan
4. Trekkoord
5. Chokehendel
6. Aan-/uitschakelaar
7. Overbelastingsbeveiliging 230 V~
8. Uitgangen 230 V~
9. Aarding
10. DC-uitvoer 12 V (niet voor E-SG 2200)
11. Overbelastingsbeveiliging 12 V d.c.
5. Ingebruikname van de MATRIX
generatorset
Generatorset starten:(B1-B3)
Benzinetoevoerkraan(3) openen door deze naar
rechts te draaien (B3).
Aan/uit-schakelaar(6) in stand"On" zetten.(B1)
Chokehendel in de stand rechts (5) zetten. (B2)
Motor starten door stevig aan de startmotor (4)
te trekken. Indien vereist, herhalen.
Na het starten van de generatorset de
chokehendel (5) weer in de uitgangspositie
zeten.
Aansluiten van de generatorset:(B1)
Sluit vervolgens het aan te drijven apparaat aan
op de 230 V contactdoos (8) aan.
LET OP: De generatorset is uitsluitend
geschikt voor wisselstroomapparaten.
De belasting mag niet hoger zijn dan
900 W.
LeT OP:
De generator levert geen constante spanning;
hierdoor kunnen de volgende typen apparaten
wellicht schade oplopen:
- Televisie-apparatuur
- Audio-video-apparatuur
- Producten of apparatuur met elektronische
regeling
34
De generatorset mag niet worden aangesloten
op het lichtnet, omdat dit kan resulteren
inbeschadiging van de generatorset en/of
andere elektrische apparatuur.
N.B.: Onder zware omstandigheden hebben
elektrische apparaten een hoger stroomverbruik
dan door de fabrikant wordt opgegeven.
De generatorset is voorzien van een overbelastin
gsbeveiliging. Deze ontkoppelt bij overbelasting
de 230 V contactdoos automatisch.
Reduceer in dit geval de elektrische belasting
die u onttrekt aan de generatorset.
Druk de overbelastingsschakellaar (7) in om de
contactdoos weer in gebruik te nemen.
12 V d.c. aansluiting:
Bij overbelasting wordt de 12 V d.c. aansluiting
(B1/pos. 10) uitgeschakeld. De 12 V d.c.
aansluiting kan opnieuw in gebruik worden
genomen door op de overbelastingsschakelaar
(B1/pos. 11) te drukken.
Generatorset uitzetten:
Laat de generatorset alvorens deze uit te zetten
enige tijd onbelast lopen, om de motor te laten
'afkoelen' .
Aan/uit-schakellar (6) in stand 'STOP' zetten.
Benzinetoevoerkraan (3) sluiten door deze naar
links te draaien.
Generatorset aarden (B1)
De generatorset moet worden geaard, om een
stroomstoot door elektrische apparatuur te
voorkomen.
Sluit hiervoor de aardaansluiting (9) van de
generatorset aan op een externe massa met een
stuk kabel. (bijv.op een waterleiding, dakgoot,
bliksemafleider, ijzeren staaf [ca. 30 cm diep])