4. Installatie mechanica
M5
Positiewijzer
Afb. 6.3 + 6.4
Bevestig de positiewijzer met de schroeven
M5x10mm.
Verzeker u er zelf van, dat de aandrijfunits zich in
afgekoppelde toestand (afb. 3.4 - Off) bevinden.
M6
Uitlijnen
Afb. 8.1 tot 8.3 en 9.3
Lijn de beide zijden van het rangeersysteem zo
uit, dat de noodzakelijk inbouwmaten, overeen-
komstig afbeeldingen 8.1 tot 8.3, nagekomen
worden. In afgekoppelde toestand moet de
afstand tussen aandrijfrollen en banden ca. 15 -
20 mm bedragen. Als hulpmiddel kunt het
houtblokje in het midden van de band plaatsen
(afb. 9.3).
LET OP !
Voor het instellen van de afstand moet het wiel
vol belast worden. Dat wil zeggen, dat de caravan
volledig op een vlakke ondergrond moet staan.
M7
Vastzetten van de verbingdingsstang
Afb. 5.2
Draai nu de schroeven met 80 Nm aan om de
verbindingsstang te fixeren en zeker deze met
de borgmoeren.
Let daarbij op dat het midden van de
verbindingsstang zich nog steeds in het midden
onder de caravan of aanhanger bevindt.
M8
Vastzetten van de chassisplaten
Afb. 4.5
Draai nu alle bevestigingsschroeven van de chas-
sisplaten met een aandraaimoment van 80 Nm
vast. De zelfborgende moeren M10 ISO7040 svp
niet meer terugdraaien. Indien de plaats van de
chassisplaten na het vastzetten nogmaals gewij-
zigd moet worden, dient u nieuwe borgmoeren te
gebruiken.
M9
Spannen van de chassisplaten
Afb. 7.1 tot 7.5
De chassisplaten worden in totaal met 6 schroe-
ven M8x40mm gespannen. Het aandraaimoment
voor alle schroeven bedraagt 35 Nm.
Na het aandraaien van de schroeven dient u deze
te borgen met de moeren M8.
M10 Controle
Afb. 7.7 + 7.8
Controleer aub aansluitend de correcte plaats en
toestand van de chassisplaten en de volledigheid
van de bevestigings- en spanschroeven met
contramoeren.
De bevestigingsschroeven moeten met zelfbor-
gende moeren ISO7040 gezekerd zijn.
NL5