Veiligheidsvoorschriften
10
•
Laat een aangesloten oplader niet onbeheerd achter.
•
Verwijder de stekker uit het stopcontact na een laadcyclus.
•
Vermijd opslag van batterijen bij extreem hoge of extreem
lage temperaturen.
•
Haal de accu direct uit de rolstoel als deze nat is geworden.
Laat de batterij in de open lucht drogen en plaats ze
alleen terug indien de rolstoel compleet is opgedroogd.
•
Contact met gereedschap of andere metalen voorwerpen
kan kortsluiting, elektrische schokken en letsel veroor
zaken.
•
Stop met laden als de accu niet vol blijkt te zijn na een
laadtijd van 8 uur.
•
Stop met laden als u het niet vertrouwt! (Hitte, geur,
verkleuring, vervorming, ongewoon geluid, etc.)
•
U kunt de accu's niet overladen. Dankzij de begrenzer
schakelt de lader automatisch uit als de accu's vol zijn.
Wees echter voorzichtig en laat een volle accu niet langer
dan 8 uur aan de lader.
•
Veeg of wrijf als deze smerig zijn voor gebruik de polen
van de batterij schoon met respectievelijk een droge doek
of schuurpapier.
•
Berg de accu (losgekoppeld van de rolstoel) altijd in
volledig geladen toestand op.
•
Laad uw accu elke 2 maanden een keer op om
verslechtering te voorkomen.
•
Als het vermogen van de accu terugloopt komt het einde
van de levensduur in zicht. U dient de batterij dan zo snel
mogelijk te vervangen.
•
Batterijen kunnen gevaarlijk zijn. Laat uw accu uitsluitend
installeren en onderhouden door een gekwalificeerde
rolstoelmonteur. Maak de accu nooit open!
•
Bij lage temperaturen hebben de accu's een lagere capa
citeit. Hierdoor neemt ook de actieradius van de rolstoel af.
Overige
•
Raak de motoren na het rijden niet aan, deze kunnen erg
heet zijn.
•
Als het profiel van de banden minder is dan 1 mm moeten
deze vervangen worden.
•
Gebruik in regen, mist, ijzel, sneeuw en strooizout of