AANSLUITINGEN
Aansluiten van de aarding
Als dit toestel of de versterker last heeft van storende ruis
wanneer u de luidsprekeraansluitingen van uw versterker
met dit toestel verbindt, dient u zowel de aardaansluiting
van uw versterker als de GND (aarde) aansluiting van dit
toestel aan te sluiten op een goede aarding door middel van
een daarvoor geschikte, los verkrijgbare draadzoals u kunt
zien op afb.
.
A
Als uw versterker geen GND (aarde) aansluiting heeft,
kunt u een draad vastmaken aan één van de schroeven
waarmee de behuizing van uw versterker bevestigd is,
zoals u kunt zien op afb.
OUTPUT
L
MONO
L
TO SPEAKERS
R
R
R
INPUT
INPUT
3
2
R
FROM AMPLIFIER
INPUT 1
A
Opmerking
Zorg er bij het aansluiten van de GND (aarde) aansluiting
voor dat de stekkers van de versterker en van dit toestel niet
in het stopcontact zitten.
12
Nl
.
B
L
L
B
Aansluiten van het netsnoer
Steek het ene uiteinde van het meegeleverde netsnoer in de
AC IN aansluiting van dit toestel nadat u alle andere
aansluitingen heeft verricht, en doe tenslotte de stekker in
het stopcontact.
POWER
Opmerkingen
• Gebruik geen andere netsnoeren. Gebruik uitsluitend het
meegeleverde snoer. Gebruik van andere stroomsnoeren
kan leiden tot brandgevaar of elektrische schokken.
• Steek de stekker niet in een eventuele
netstroomaansluiting op uw versterker. Dit kan leiden
tot vervormde geluidsweergave of de stroomvoorziening
van uw versterker uitschakelen.
ON
OFF
Naar het
stopcontact