Kalibratiemenu
Voor de instap in het kalibratiemenu de toets
drie seconden lang indrukken. Op het display knippert de punt rechts beneden
om de kalibratiemodus aan te geven.
ZE – Afstelling van het nulpunt
q
l
Met de toets
of
navigeren totdat op het display ZE ("ZEro") verschijnt en dit
q
l
met de toetsen (
+
) bevestigen. Het uitgangssignaal schakelt op 3,4 mA.
— Op het display verschijnt de momenteel gemeten gasconcentratie (negatieve
waarden worden tot "–9" aangegeven).
Nulgas over de sensor laten stromen en wachten totdat de aanduiding stabiel is
(maximaal 3 minuten).
q
l
Toetsen (
+
) indrukken om de aangegeven waarde als nieuw nulpunt op te
slaan.
q
l
Toetsen (
+
) opnieuw indrukken om de functie te beëindigen. Nu verschijnt
weer de aanduiding ZE.
l
Toets
bedienen om vervolgens de gevoeligheid te justeren
of
q
Toets
bedienen om weer in de meetmodus te schakelen.
SP – Afstelling van de gevoeligheid
q
l
Met de toets
of
navigeren totdat op het display SP ("SPan") verschijnt en met
q
l
de toetsen (
+
) bevestigen.
— Op het display verschijnt de bij de laatste kalibratie gebruikte concentratie van het
testgas in % LEL.
q
l
— Met de toets
of
kan de concentratie van het momenteel gebruikte testgas in
stappen van 1 % LEL tussen 20 en 99 % LEL (c.q. LEL stappen van 0,1 % tussen
2,0 en 9,9 % LEL) worden ingesteld. Het langdurige indrukken van de toetsen
activeert de repeteerfunctie.
q
l
Toetsen (
+
) indrukken, testgas over de sensor laten stromen en wachten
totdat de aangegeven meetwaarde stabiel is (maximaal 3 minuten).
q
l
Toetsen (
+
) indrukken om de interne versterking opnieuw te berekenen en op
te slaan.
q
l
Toetsen (
+
) indrukken, nu wordt een referentiewaarde voor de gevoeligheid
van de sensor (constant versterkt brugsignaal) aangegeven.
q
l
Toetsen (
+
) indrukken om de functie te beëindigen. Nu verschijnt weer de
aanduiding SP.
Met twee drukken op de toets
9023810 - 2de uitgave - september 2005
l
langer dan één maar minder dan
q
wordt de meetmodus weer bereikt.
Kalibratiemenu
Pagina 13 of 42