AANWIJZING!
De warmte wordt geproduceerd door een verwarmingselement op de bodem van
het apparaat. Hier bevindt zich eveneens de elektronische temperatuurregelaar
met temperatuursensor. De temperatuurregeling wordt ingezet door de
schakelaar van de thermostaat.
•
Draai de temperatuurregelaar met de rode punt naar rechts en zet hem op de
gewenste temperatuur (het oranje controlelampje gaat branden). Op het moment dat
de ingestelde temperatuur wordt bereikt, dooft het oranje controlelampje en gaat het
groene controlelampje branden (warmhoudfunctie).
AANWIJZING!
De opwarmingstijd is afhankelijk van de vloeistof en de hoeveelheid ervan.
Bij het bereiken van de ingestelde vloeistoftemperatuur schakelt de thermostaat de
dompelaar automatisch uit. Bij het dalen van de vloeistoftemperatuur slaat de
thermostaat opnieuw aan en op deze manier wordt de vloeistof gedurende langere
tijd op de ingestelde temperatuur gehouden.
•
Om de vloeistof te laten lopen, dient de tapkraan naar voren
getrokken en vastgehou-den te worden totdat het kopje of de
kan gevuld is. Na het beëindigen van dit proces dient de tap-
kraan losgelaten te worden en het kraantje zal zich dan auto-
matisch sluiten. Om de vloeistof continu te laten lopen, dient
de tapkraan geïmmobiliseerd te worden door erop te drukken.
•
Afhankelijk van het systeem blijft wat vloeistof, iets meer dan
1 liter, in de ketel achter. Deze hoeveelheid kan iets worden
verminderd als de ketel, om hem leeg te maken, voorzichtig
schuin naar voren wordt gehouden.
WAARSCHUWING! Heet buitenoppervlak!
Tijdens de werking van het apparaat wordt het oppervlak van de ketel warm
overeenkomstig de ingestelde temperatuur! Raak het heet oppervlak niet aan!
•
Wanneer u het apparaat niet meer gebruikt, moet u de temperatuurregelaar naar
links draaien tot hij niet meer verder kan, de stekker uit het stopcontact trekken, de
vloeistof weg laten lopen en het apparaat laten afkoelen.
•
Het apparaat is uitgerust met een beveiliging tegen oververhitting. Indien het zou
voorvallen dat het apparaat leeg is bij het aanzetten, dan slaat de beveiliging tegen
oververhitting aan. Haal het apparaat van de netstroom af (trek de stekker uit het
stopcontact!) en laat het een tijdje (min. 30 minuten) staan zodat het kan afkoelen.
Laat de vloeistof weglopen. Til het apparaat omhoog uit de sokkel met de lekbak.
Druk vervolgens op de RESET-knop, die zich op de bodem van het apparaat
bevindt. Het apparaat is dan klaar voor gebruik. Wanneer het apparaat nog steeds
niet werkt, neem dan contact op de servicedienst.
- 53 -