• Plaats de buitenste zaagbladflens en draai de bout
stevig vast.
• Breng de zaagbladbeveiliging weer in de juiste stand.
Vervangen van de laserbatterijen (afb. 6)
• Verwijder het deksel van de laserbatterij (30). Verwi-
jder de 2 batterijen.
• Vervang beide batterijen door dezelfde batterijen of
een gelijkwaardig type. Let erop dat ze in dezelfde
polariteitsrichting worden geplaatst als de oude bat-
terijen.
• Sluit het batterijdeksel.
Laser in- en uitschakelen (afb. 6)
Inschakelen: Aan/Uit-schakelaar (33) naar de stand
"1" brengen. Een laserlijn wordt op het te bewerken
stuk geprojecteerd die exact aanduidt langs waar het
snijden dient te gebeuren.
Uitschakelen: Aan/Uit-schakelaar naar de stand "0"
brengen.
Justeren van de laser (fig. 7)
Wanneer de laser (31) niet meer de correcte snijlijn
aanduidt kan die worden bijgeregeld. Draai hiervoor
de schroeven (32) los en stel de laser door zijdelingse
verschuiving in zodat de laserstraal de snijtanden van
het zaagblad (5) raakt.
m Elektrische aansluiting
De geïnstalleerde elektromotor is bedrijfsklaar
aangesloten. De aansluiting voldoet aan de rele-
vante VDE- en DIN-voorschriften.
De netaansluiting van de klant en het gebruikte
verlengsnoer moeten eveneens aan deze voor-
schriften voldoen.
Belangrijke aanwijzingen
Bij overbelasting van de motor schakelt deze vanzelf
uit. Na een afkoeltijd (deze tijd is verschillend) kan de
motor weer worden ingeschakeld.
Defecte elektrische aansluitkabel
Bij elektrische aansluitkabels treedt vaak schade aan
de isolatie op.
Mogelijke oorzaken zijn:
• Versleten plekken, als aansluitkabels door venster-
of deuropeningen worden geleid.
• Knikken door een onvakkundige bevestiging of ge-
leiding van de aansluitkabel.
• Snijplekken omdat over de aansluitkabel is gereden.
• Beschadigde isolatie omdat de stekker uit het stop-
contact is getrokken.
• Scheuren door veroudering van de isolatie.
Dergelijke defecte elektrische aansluitkabels mogen
niet worden gebruikt en zijn levensgevaarlijk als de
isolatie is beschadigd.
Controleer de elektrische aansluitkabels regelmatig op
schade. Let erop dat bij het controleren de aansluitka-
bel niet op het elektriciteitsnet is aangesloten.
Elektrische aansluitkabels moeten aan de relevante
VDE- en DIN-voorschriften voldoen. Gebruik uitslui-
tend aansluitkabels met de aanduiding H 07 RN.
Op de aansluitkabel moet de type-aanduiding vermeld
staan.
Wisselstroommotor
• De netspanning moet 230 VAC zijn
• Verlengsnoeren moeten tot een lengte van 25 m een
doorsnede hebben van 1,5 vierkante millimeter.
Aansluitingen en reparaties van de elektrische uitrus-
ting mogen uitsluitend door een elektromonteur wor-
den uitgevoerd.
Vermeld in geval van vragen de volgende gegevens:
• Stroomtype van de motor
• Gegevens van het typeplaatje van de machine
• Gegevens van het typeplaatje van de motor
Accessoires
ZAAGSELAFZUIGING
De afkortzaag is voorzien van een afzuigmof waarop een
afzuiginstallatie kan worden aangesloten. Naar wens kan
ook een stofzak worden bevestigd.
De slang van de afzuiginstallatie wordt met een klem op
de afzuigmof bevestigd. Wij raden u aan om van tijd tot
tijd aan de zak of houder van de afzuiginstallatie te legen
en het filter schoon te maken.
De luchtsnelheid van de afzuiginstallatie moet minstens
30 meter per seconde bedragen.
m Onderhoud
Als vakpersoneel voor buitengewoon onderhoud of
reparatie moet worden geraadpleegd, moet u altijd
een aanbevolen servicecentrum raadplegen of recht-
streeks contact met ons opnemen.
• Zorg er altijd voor dat reparatie-, onderhouds- en rei-
nigingswerkzaamheden en het verhelpen van storin-
gen uitsluitend plaatsvinden als de aandrijving is uit-
geschakeld.
• Alle beschermings- en veiligheidsvoorzieningen moe-
ten direct worden teruggeplaatst nadat de reparatie of
het onderhoud is voltooid.
NORMALE ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN
Het normale onderhoud kan worden uitgevoerd door
niet daartoe geschoold personeel. Alle werkzaamheden
staan beschreven in de voorgaande paragrafen van dit
hoofdstuk.
• De afkortzaag zag mag niet gesmeerd worden, omdat
altijd droge oppervlakken worden gezaagd. Alle bewe-
gende onderdelen van de machine zijn zelfsmerend.
• Bij de onderhoudswerkzaamheden moeten indien mo-
gelijk altijd de persoonlijke beschermingsmiddelen
worden gedragen (veiligheidsbril en handschoenen).
• Verwijder het zaagsel regelmatig wanneer u de ver-
werkingszone en de draagvlakken reinigt.
NL/BE
41