d) vermijd temperatuurschommelingen bij luchtingang.
4.4 Uitschakelen
e) stop de droger 2 minuten nadat de luchtcompressor is gestopt en in
ieder geval nadat de luchtstroomtoevoer is onderbroken;
f) zorg dat de perslucht niet in de droger kan stromen nadat deze is
uitgeschakeld of wanneer deze zich in een alarmtoestand bevindt;
x
g) druk op
: de VOEDING-LED (2) licht opnieuw geel op;
&
h) schakel de HOOFDSCHAKELAAR "
ding uit te schakelen.
Y
Uitvoering Wc sluit het watercircuit af wanneer de droger niet werkt.
5
Controle
5.1 Bedieningspaneel
3
Display
[
è
&
z
y
4
5
é
x
2
Referen-
Naam
tienr
I ON = droger ontvangt stroom;
VHOOFDSCHAKE-
1
LAARO
O OFF = droger ontvangt geen
stroom.
Geel = droger ontvangt stroom.
2
EDING-LED
Groen = Droger in werking.
E N E R G I E B E S PA -
Brandt= Droger in energiebe-
3
RING lED
sparende staat.
Uit = geen signalering.
WAARSCHUWING
4
Knippert = Alarm of waarschu-
LED
wing.
5
AFVOER LED
Brandt = Afvoerinrichting open..
Nederlands
Modaliteit
toetsenbord
x
AAN/UIT KNOP
z
RESET KNOP
" naar "O OFF" om de voe-
é
GESCHIEDENIS
KNOP
y
AFVOER KNOP
* keert na 5 minuten terug naar de STANDAARD modus.
5.2 Werking
Bedrijfsstatus
Met de HOOFDSCHAKELAAR "
stroom) zijn er drie bedrijfscondities mogelijk:
1
STATUS
DROGER
1
2
Beschrijving
3
REMOTE OFF
Om van de status OFF naar ON te gaan (en omgekeerd) op
ken.
!
In de Uit-stand heeft de eenheid nog spanning totdat de HOOFD-
SCHAKELAAR"
Y
Voor het beheren van REMOTE OFF de brug tussen de klemmen
X4.0 en X4.10 verwijderen (zie paragraaf 8.8) en de afstandsbediening-
schakelaar voor start/stop hiermee verbinden (dit moet de klant zelf
doen). Vanuit de ON toestand, de knop met de volgende logica gebrui-
ken:
STATUS DROGER
!
De status ON (compressor van koeler in werking) maximaal 10 keer
per uur activeren.
STANDAARD
MENU*
Inschakeling /
Bevestigen
uitschakeling
Reset alarm/melding
Omhoog
Historie alarmen/
Omlaag
meldingen
Condensafvoer
Verlaten
&
" in de stand "I ON" (droger heeft
[
VOEDING-LED
DISPLAY
OFF
Staat uit
Geel
ON
Dauwpunt
Groen
r.OF
Geel
&
" in de stand "O Off" wordt gezet;!
X4.0
X4.10
X4.0
ON
REMOTE OFF
PST 120-350
è
Eco-functie
In de Aan-stand, wanneer de bedrijfscondities dat toestaan, vermindert
de droger het energieverbruik door tijdlijk de koelcompressor uit te scha-
kelen; de ENERGIEBESPARING LED (3) licht op (zie Bedieningspaneel).
Geprogrammeerd onderhoud
Y
Wanneer de WEERGAVE
de en het dauwpunt toont, neem dan contact op met bevoegd personeel
voor het uitvoeren van gepland onderhoud zoals aangegeven in para-
graaf 6.3 en voor het resetten van de waarschuwingscode (zie paragraaf
5.4 in de Storing/waarschuwingslijst).
z
Door op
te drukken wordt de melding gedurende 24 uur verwijderd.
Condensafvoer
Er zijn drie bedrijfsmodi mogelijk:
a) GEÏNTEGREERD - afvoer na signaal van de niveausensor;
b) TIMER - controleer of het automatische condensafvoersysteem
normaal werkt.
Controleer bij het bedienen van de handmatige afvoerbedieningen of
er geen grote hoeveelheid condens achterblijft. Dit duidt namelijk op
een slechte werking van het afvoersysteem.
Met de bediening kunnen de openingstijden (parameter d1) van de
elektromagnetische klep van de geprogrammeerde afvoer worden
ingesteld.
Deze tijden zijn afhankelijk van de gebruikscondities van de droger
en variëren afhankelijk van de hoeveelheid af te voeren condens.
Raadpleeg voor standaard gebruikscondities van de droger de
(2)
volgende tabel:
Model
PST120-350
Parameter d1: openingstijd in seconden om de 2 bedrijfsminuten.
c) EXTERN - bij aanwezigheid van een externe afvoerinrichting.
x
Voor het wijzigen van de werkingsmodus, gebruik de parameter d3 (zie
paragraaf 5.3 in de Lijst van parameters).
druk-
Y
De modus EXTERN alleen instellen als er geen elektromagnetische
klep aanwezig is. Indien dit wel het geval is kan de betreffende spoel
schade oplopen.
Historie alarmen
Bevat de beschrijvingen van de laatste alarmen (maximaal 8).
é
Druk op
gedurende 5 seconden: het toetsenbord werkt nu in de
modus MENU alarmen en het is mogelijk om door de gebeurtenissen te
z
é
bladeren met
en
.
Iedere gebeurtenis wordt weergegeven met "ALx" (x=1-8).
X4.10
AL1 = meest recente gebeurtenis.
Als er geen gebeurtenissen zijn, verschijnt "---".
Om de details van de gebeurtenis weer te geven drukt u op
[
wisselend de Sr waarschuwingsco-
Parameter d1
5
x
:
3/6